Voor velen is er niet of nauwelijks verschil tussen city- en destinatiemarketing. Toch bestaat er wel degelijk een verschil.

Onder citymarketing versta ik “een langetermijnproces bestaande uit verschillende, onderling samenhangende activiteiten gericht op het aantrekken en behouden van specifieke doelgroepen voor de stad.” (Lombarts, 2007).

Onder de doelgroepen vallen bewoners, bedrijven en bezoekers. Sommigen noemen studenten of ‘bollebozen’ om de alliteratie vol te kunnen houden. Met name steden als Amsterdam, Leiden of Groningen die een universiteit huisvesten en daarmee ook de dynamiek van een bloeiend studentenleven hebben, gaan prat op deze bollebozen. Dit is echter niet alleen vanwege het (nachtelijke) studentenleven maar veeleer vanwege het intellectueel kapitaal dat ze daarmee bieden aan ondernemers die dit in hun onderneming nodig hebben. Er is dus sprake van een wisselwerking tussen de verschillende doelgroepen, hun behoeften en invloed.

Destinatiemarketing is een term die vooral toeristische marketingbureaus bezigen. Het gaat hen om het aantrekken van bezoekers en toeristen. Dit kunnen plaatselijke of regionale bezoekers zijn voor het winkelaanbod (nog steeds staat winkelen als een van de populairste vormen vrijetijdsbesteding te boek) of toeristen die de musea en attracties van een gemeente bezoeken of deelnemers van een congres en seminar. Deze laatsten staan in de congreswereld bekend als MICE toeristen (MICE = meeting, incentives, congressen en events of exhibitions)

Het onderscheid ligt dus vooral in de doelgroepen die de marketeer wil aanspreken. Dit laatste is wat kort door de bocht. Immers, wie gaat er nu als toerist naar een saaie stad waar niets waar niets te beleven valt?

Wilt u meer weten over city- of destinatiemarketing en wat erbij komt kijken om de goede doelgroep binnen te halen en houden?

 

Neem contact met mij op via a.lombarts@aloaconsultancy.nl

Comments are closed.